Lavendel is een prachtige plant. Met zijn geur en prachtige paarse kleur neemt hij je meteen mee op reis naar het zuiden van Frankrijk.
Maar als je hem niet, of niet op de juiste manier, snoeit, ziet hij er na enkele jaren iets minder aardig uit. Want een lavendel wordt pas een mooie volle bol paarse bloemen als je hem van bij het begin snoeit.
Hoe lavendel snoeien?
Een lavendelstruik kan je best vanaf het eerste jaar al snoeien. Tijdens het eerste jaar mag je jonge lavendel zelfs een keertje extra snoeien om de vorming van nieuwe scheuten te stimuleren. Als je dit niet doet, zullen de onderste stengels houtachtig worden en blijven ze kaal.
Lavendel moet je zo’n twee keer per jaar snoeien. Aan het begin van de lente mag je de eenjarige jonge lavendel terugsnoeien tot het oude hout. Dit ziet er eerst wat kaaltjes uit, maar zo geniet je achteraf van een struik die dubbel zo dik is geworden. Ook oudere lavendelstruiken moet je een eerste keer na de winter snoeien. Lavendel dient een tweede keer gesnoeid te worden net na de bloei, voor de winter. Deze keer moet je enkel de uitgebloeide takken weghalen. Doe dit zowel bij de jonge als bij de oudere planten.
Zorg ervoor dat je steeds met een scherpe en schone snoeischaar aan het werk gaat. Anders loop je het risico op infecties aan de snoeiwonde.
Tip: Gebruik je snoeiafval voor heerlijke geurzakjes. Deze kan je gebruiken in de woonkamer of in je kleerkast om een heerlijk zomerse geur te verspreiden.
.jpg)