Wist u dit al over meiklokjes?
- Ze worden ook wel lelietjes-van-dalen genoemd. Hun officiële Latijnse naam is Convallaria majalis. Daarin zitten hun favoriete plek én hun bloeiperiode verborgen: convallis betekent ‘in diepe dalen’ en majalis ‘in mei’.
- Meiklokjes staan het liefst op een half beschaduwde plek, in voedzame, licht zure, niet te droge grond. Zet ze in kleine groepjes bij elkaar. Hebben ze het naar hun zin, dan breiden ze elk jaar verder uit. Sommige tuiniers bestempelen ze zelfs als woekerplanten. Planten doet u bij voorkeur in september of oktober.
- Na de bloei sterft het blad langzaam af, tot er uiteindelijk niets meer van te zien is. Maar in het voorjaar priemen de scherpe, groene neuzen weer door de grond.
- Roze meiklokjes? Ze bestaan: Convallaria majalis ‘Rosea’ is hun naam.
- Is het meiklokje uitgebloeid, dan worden de erwtgrote bessen gevormd. Die zijn eerst groen en verkleuren geleidelijk naar oranjerood.
- Het plantje ziet er lieflijk uit en geurt heerlijk, maar alle delen zijn giftig. Tot zelfs het water in een vaasje met meiklokjes. Pas dus op met kleine kinderen en huisdieren! (Antigifcentrum)
- Geef op 1 mei een bosje meiklokjes cadeau aan wie u graag ziet. Volgens de traditie brengen de witte bloempjes tot het volgende voorjaar geluk en gezondheid. Waar die gewoonte vandaan komt? Ze wordt toegeschreven aan de Franse koning Charles IX. Die kreeg op 1 mei 1561 een bosje meiklokjes - de gulle schenker is onbekend – om hen geluk en voorspoed voor het komende jaar te wensen. Hij was zo gecharmeerd door die geste, dat hij er een gewoonte van maakte om alle dames van het hof op 1 mei een boeketje meiklokjes te geven.
Nog meer meibloemen
De maand mei wordt ook wel de bloeimaand genoemd, en dat is niet zo verwonderlijk. Vanaf nu barst het goed los in de natuur en volgt er een explosie van groen, bloesem en bloemen. Zo staat de meidoorn weer in bloei. Tussen de mooie witte bloempjes staan venijnige doornen, maar die bewijzen mens en dier goede diensten. Vogels vinden in een meidoornstruik- of haag de ideale nestgelegenheid, terwijl zo’n haag rond uw tuin ongewenst bezoek buiten houdt.
Het lievevrouwebedstro (Galium odoratum) – de basis van de bekende meidrank – wordt ook wel meikruid genoemd. Boven de fijne groene bladerkransjes verschijnen in mei platte trosjes sneeuwwitte bloempjes. In een frisse humusrijke bodem in schaduw tot halfschaduw breidt dit lage plantje (15 cm) zich via zijn ondergrondse wortelstokken gestaag uit, maar woekeren doet het niet.
En dan zijn er nog de meizoentjes of madeliefjes die u weer overal ziet verschijnen. Zowel de bloempjes als het blad kunt u eten, maar opgelet: madeliefjes uit een berm langs een drukke autoweg, kunt u maar beter laten staan. Pluk ze liever in uw eigen gazon.