We hadden het eerder op deze site al over het snoeien van rozen. Maar er zijn nog veel meer mooie tuinplanten en struiken die enorm opknappen van een goede snoeibeurt in maart. Aarzel dus niet en zet op een droge en vorstvrije dag de – schone en scherpe – schaar erin!
Laatbloeiende clematis
Er zijn clematissen die nu al knoppen hebben die op springen staan, dus die laat u ongemoeid. Maar alle bosranken die in de zomer bloeien, zoals de Clematis viticella en Clematis orientalis, kunt u nu terugsnoeien tot zo’n 30 centimeter boven de grond, vlak boven een paar bladknopjes. Ze maken dan weer krachtige uitlopers en nieuwe grondscheuten die deze zomer gaan bloeien.
Lavendel, salie, kerrieplant en heiligenbloem
Deze kruidachtige gewassen zijn vorstgevoelig, dus snoei ze zo tussen half maart en half april, als er weinig kans meer is op strenge nachtvorst. Snoei ze lichtjes in vorm en nooit tot op het kale hout, want dan lopen ze meestal niet meer uit. De heiligenbloem (Santolina) kunt u iets verder inkorten; met zo’n een derde.
Pluimhortensia (Hydrangea paniculata) en hortensia ‘Annabelle’
Deze kunt u nu diep terugsnoeien tot zo’n 25 centimeter boven de grond, want deze hortensia’s bloeien op het nieuwe hout. Zakte de ‘Annabelle’ afgelopen jaar wel erg diep tot op de grond door het gewicht van de enorme witte bloemen? Snoei hem dan iets minder ver terug. Dan vormt de struik iets kleinere bloemen en stevigere takken.
Vlinderstruik (Buddleja)
Wees niet kleinzerig, maar knip alle takken terug tot op twee bladparen, want de struik bloeit op het nieuwe hout.
Klimop, coniferen en taxushagen
De klimop en coniferen kunt u nu fatsoeneren door uitstekende ranken en takken af te knippen. Een verouderde taxushaag kun je nu prima flink terugsnoeien, zelfs tot op het kale hout. Gebruik voor dikkere takken een takkenschaar of een snoeizaag. Een jonge haag snoei je lichtjes in vorm. Snoei een taxushaag altijd van beide zijden licht taps toelopend naar boven, zodat alle takken – de iets breder gelaten, onderste incluis – genoeg zonlicht vangen.